Instrumenten bij capoeira
Capoeira heeft sterke Afro-Braziliaanse roots en dit komt vooral tot uiting in de muziek van capoeira door de instrumenten en teksten van de liedjes die worden gezongen tijdens het spel.
1 Berimbau
De Berimbau bestaat uit de verga (een grote stok), een arame (ijzerdraad), een cabaça (kalebas) en corda (touw) deze bind de arame en cabaça aan de verga vast. Tijdens het spelen op de Berimbau, gebruik je de caxixi, baqueta en dobrão.
De Berimbau is het hoofdinstrument binnen een capoeira roda .
Er zijn drie verschillende soorten berimbaus:
de Gunga, de Medio en de Viola.
De gunga heeft het laagste geluid en leidt de capoeira roda deze wordt bespeeld door de meester of leraar.
De Medio heeft een medium geluid en klinkt iets hoger dan de gunga.
De Viola heeft het hoogste geluid. Met de viola worden veel variaties gemaakt op het basisspel van de Gunga en Medio, daarom wordt deze ook bespeeld door een ervaren capoeirista.
2 Pandeiro
De pandeiro is een tamboerijn die de atabaque ondersteunt. Vaak worden er meerdere pandeiros tegelijkertijd tijdens het spel gebruikt.
3 Atabaque
De atabaque is een grote houten trom die wordt gebruikt om het ritme te versterken. Bij capoeira regional ligt het ritme veel hoger dan bij de capoeira Angola en wordt hij vier keer in plaats van twee keer beslagen per maat.
4 Agogô
De agogô heb je in twee verschillende stijlen de een is gemaakt van twee holle kokosnoten die op een stok zijn bevestigd. De andere is een dubbele soort koeienbel gemaakt van metaal. De Agogô heeft een hoog en laag geluid. Het geluid ontstaat door met een stokje tegen de kokosnoten of bellen te tikken.
5 Reco-reco
De reco-reco is een instrument gemaakt uit een stevig stuk bamboe waarin groeven zijn gemaakt. Het kenmerkbare geluid word gevormd door met een stok over de groeven heen te strijken, wat dan een ritsend geluid geeft.